De voorzitter opent de zitting op 19/12/2023 om 21:29.
Wegens verhindering van de voorzitter, de heer Vincent Van Peteghem, neemt de voorzitter van het BCSD, mevrouw Kathleen Ghyselinck, het voorzitterschap van de raad waar, zoals bepaald in het besluit van de voorzitter van de raad van 27 november 2020 betreffende de vervanging van de voorzitter van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn, voor de behandeling van de agendapunten 5 tot en met 13.
De zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn werd geschorst na de behandeling en beraadslaging van agendapunten 1 tot en met 4. Tijdens de schorsing vond de gemeenteraad plaats.
Na de openbare zitting van de gemeenteraad werd de raad voor maatschappelijk welzijn opnieuw geopend.
De notulen van de vorige vergadering worden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Enig artikel.
De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.
De raad van maatschappelijk welzijn heeft in zitting van 26 september 2022 een principiële beslissing genomen om toe te treden tot de Zorgband Schelde & Leie.
Op 6 november 2023 werd er een beheersovereenkomst goedgekeurd waaruit blijkt dat de Zorgband zal instaan voor volgende dienstverlening:
De raad van maatschappelijk welzijn is bevoegd om personeel respectievelijk ter beschikking te stellen (statutair) of over te dragen (contractueel) voor de dienstverlening.
De Zorgband Schelde & Leie zal vanaf 1 januari 2024 instaan voor de dienstverlening in het woonzorgcentrum, de serviceflats, de poetsdienst aan huis, het sociaal restaurant en de minder mobielencentrale. Om voor deze dienstverlening in te staan is het aangewezen om, naast het personeel van het woonzorgcentrum en de poetsdienst, ook twee medewerkers van een ondersteunende dienst ( een maatschappelijk werker voor de thuiszorg en een administratief assistent voor o.a. de opvolging van de mindermobielencentrale) respectievelijk ter beschikking te stellen of over te dragen naar de Zorgband.
Artikel 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de statutaire personeelsleden die tewerkgesteld zijn in het woonzorgcentrum Scheldevelde, met de functies die opgenomen werden in het organogram onder MENS , "Residentiële ouderenzorg" , "Verzorging" , "Onderhoud" en "Catering" ter beschikking van de Zorgband Schelde & Leie.
Artikel 2.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt een statutair administratief assistent van de sociale dienst ter ondersteuning van de mindermobielencentrale en de "poetsdienst aan huis" ter beschikking van de Zorgband Schelde & Leie.
Artikel 3.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de contractuele werknemers die tewerkgesteld zijn in het woonzorgcentrum , zoals bepaald in het organogram onder MENS "Residentiële ouderenzorg" ,"Verzorging" , "Onderhoud" , "Catering" en de "Poetsdienst aan huis" , over te dragen aan de Zorgband Schelde & Leie mits er goedkeuring wordt bekomen van de Zorgband vzw.
Artikel 4.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om contractuele werknemers van de sociale dienst , zijnde een maatschappelijk werker en een deeltijdse administratief assistent, ter ondersteuning van de minder mobielencentrale en de "poetsdienst aan huis" over te dragen aan Zorgband Schelde & Leie mits er goedkeuring wordt bekomen van de Zorgband vzw.
Artikel 5.
De raad voor maatschappelijk welzijn geeft de aanstellende overheid de opdracht om op basis van deze collectieve overdracht , de addenda aan de individuele arbeidsovereenkomsten voor het contractueel personeel op te maken met het behoud van rechten die werden opgebouwd bij het lokaal bestuur van De Pinte.
Artikel 6.
De raad voor maatschappelijk welzijn geeft de opdracht aan de aanstellende overheid om de individuele beslissingen in verband met de ter beschikking stelling van de statutaire medewerkers op te maken.
De raad voor maatschappelijk welzijn heeft in zitting van 24 april 2023 de beslissing genomen tot de oprichting van een deontologische commissie.
Ten gevolge van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2023 is het mogelijk om presentiegeld toe te kennen voor de vergaderingen van de deontologische commissie.
De raad voor maatschappelijk welzijn wenst dit op te nemen in het huishoudelijk reglement. Hierdoor ontvangen de leden van de deontologische commissie 100 euro presentiegeld per vergadering en ontvangt de voorzitter van de deontologische commissie 200 euro presentiegeld per vergadering die hij voorzit.
Ook is het noodzakelijk om een uitzondering te voorzien bij geheim digitaal stemmen. In geval van een technische storing of indien het technisch niet mogelijk is, dient de mogelijkheid tot geheim stemmen op papier mogelijk te blijven.
Daar het op heden technisch niet mogelijk is om geheim te stemmen wanneer ieder raadslid slechts 1 stem kan uitbrengen op een vertegenwoordiger waaruit hij kan kiezen uit een aantal vertegenwoordigers, dient het reglement onmiddellijk in werking te treden vanaf de dag van bekendmaking, zijnde 21 december 2023.
Enig artikel.
Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt vastgesteld, zoals gehecht in de bijlage, vanaf 21 december 2023. Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn op 25 september 2023 verliest uitwerking vanaf 21 december 2023.
Het meerjarenplan wordt minstens 1 keer per jaar geactualiseerd, ondermeer met een belangrijke inschrijving van het gecumuleerde budgettaire resultaat van de jaarrekening 2022, zoals wettelijk vereist, in het schema M2.
De meerjarenplanaanpassing is een gezamenlijk beleidsrapport voor gemeente en OCMW en bevat een (gewijzigde) strategische nota, aangepaste financiële nota, een toelichting en documentatie. Er is geen gemeentelijke bijdrage meer van de gemeente naar het OCMW.
Tijdens het jaar 2023 zijn er een aantal wijzigingen van de ramingen, als kredietverschuivingen gebeurd. Deze verschuivingen kaderen in het beheer van de kredieten en werden telkens ter kennisname op de raad gebracht. Dit zijn beheersdocumenten die geen impact kennen op de wettelijke schema's.
Uit artikel 257, §1, 4de lid van het DLB volgt dat de financiële nota verlengd moet worden t.e.m. het boekjaar 2026.
De strategische nota moet enkel de periode 2020-2025 beschrijven.
Wat de autofinancieringsmarge betreft, is steeds deze van 2025 bepalend.
De verschillenanalyse in het rapport voor de meerjarenplanaanpassing baseert zich dan ook op de verschillen tussen de derde meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (3.MJP2020-2025) en de vierde meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (4.MJP2020-2025).
Artikel 249 stelt dat de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een geïntegreerd geheel vormen:
In de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 4:
Enig artikel.
De meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 4 wijzigt de voorziene kredieten in 2023 en bevat de beginkredieten 2024.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 4 - deel OCMW vast.
Wijzigen van de kredieten in een meerjarenplan kan op 3 manieren gebeuren:
Het vaststellen is een bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Binnen de geldende regels van onze kredietbewaking kunnen we kredieten limitatief binnen het meerjarenplan verschuiven binnen het totaal van de:
Op basis van het nazicht van de boekhouding, de standopgave en de input vanuit de diensten werden de meerjarenplankredietverschuiving 1/2023 t.e.m. 6/2023 opgesteld (zie bijlage)
De voornaamste wijzigingen zijn:
- een aantal technische verschuivingen: veranderen van algemene rekening, budgethouder, ...
- een aantal verschuivingen in kader van de dagelijkse werking
De verschuivingen zijn limitatief wat betekent dat het totaalbedrag uit het meerjarenplan voor de kredieten 2023 van het toegekende exploitatie -en investeringskrediet niet wijzigt. Daarom worden de wettelijke schema's niet opnieuw afgedrukt.
Enig artikel.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de meerjarenplankredietverschuivingen 1/2023 t.e.m. 6/2023 - deel OCMW vast, zoals gehecht in bijlage.
Op 19 december 2023 werd de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 4 vastgesteld. Het cijfermateriaal van de nominatieve subsidies is hierin opgenomen.
Het artikel 78 17° van het decreet lokaal bestuur stipuleert: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau toevertrouwd worden: het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
De toegestane werkingssubsidies werden, op aanbeveling van ABB, in 4 categorieën onderverdeeld:
Door deze opdeling worden de werkingssubsidies, gelinkt aan een samenwerkingsovereenkomst, niet meer vermeld op de lijst van de nominatieve subsidies.
De samenwerkingsovereenkomsten vanuit de wet op de overheidsopdrachten worden geboekt onder goederen en diensten onder MAR616.
Andere samenwerkingsovereenkomsten blijven verwerkt als toegestane werkingssubsidie onder MAR649.
Artikel 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn kent de nominatieve subsidies 2024 toe volgens het document RMW20231219, zoals gehecht in bijlage.
Artikel 2.
De raad geeft de opdracht aan het vast bureau om de nominatieve subsidies toe te kennen binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in de bijlage.
Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een subsidieaanvraag.
Een subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is.
Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorbehoud dat het uitvoeren van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie (deels) kan teruggevorderd worden wanneer de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking van de begunstigde, aanvrager.
Op 19 december 2023 werd de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 4 vastgesteld. Het cijfermateriaal van de nominatieve subsidies is hierin opgenomen.
Het artikel 78 17° van het decreet lokaal bestuur stipuleert: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau toevertrouwd worden: het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
De toegestane werkingssubsidies werden, op aanbeveling van ABB, in 4 categorieën onderverdeeld:
Door deze opdeling worden de werkingssubsidies, gelinkt aan een samenwerkingsovereenkomst, niet meer vermeld op de lijst van de nominatieve subsidies.
De samenwerkingsovereenkomsten vanuit de wet op de overheidsopdrachten worden geboekt onder goederen en diensten onder MAR616.
Andere samenwerkingsovereenkomsten blijven verwerkt als toegestane werkingssubsidie onder MAR649.
Artikel 1.
Het reglement toekennen nominatieve subsidies 2023 - versie RMW20221220 wordt opgeheven vanaf heden.
Artikel 2.
De raad voor maatschappelijk welzijn kent de gewijzigde nominatieve subsidies 2023 toe volgens het document RMW20231219, zoals gehecht in bijlage.
Artikel 3.
De raad geeft de opdracht aan het vast bureau om de nominatieve subsidies toe te kennen binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in de bijlage.
Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een subsidieaanvraag.
Een subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is.
Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorbehoud dat het uitvoeren van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie (deels) kan teruggevorderd worden wanneer de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking van de begunstigde, aanvrager.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de raad:
Enig artikel.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de financiële rapportering 31/12/2022 zoals gehecht in bijlage.
De jaarrekening is een gezamenlijk beleidsrapport voor gemeente en OCMW en werd door de beide raden vastgesteld op 26 juni 2023.
De toezichthoudende overheid bezorgde ons op 30 november 2023 het goedkeuringsbesluit over de jaarrekening 2022.
De jaarrekening 2022 werd vastgesteld met de volgende saldi:
Enig artikel.
Het goedkeuringsbesluit van de gouverneur over de jaarrekening 2022 wordt ter kennis genomen.
Enkele jaren geleden ontwikkelde CEBUD de online tool REMI. Met deze webapplicatie kunnen OCMW’s voor iedere begunstigde op maat een referentiebudget voor een menswaardig inkomen berekenen. De federale regering heeft beslist om OCMW’s te ondersteunen in de toekenning van aanvullende financiële steun wanneer ze gebruik maken van REMI om de behoefteanalyse te objectiveren. Deze aanvullende financiële steun moet het basisinkomen van de personen die hulp ontvangen kunnen aanvullen om ervoor te zorgen dat zij volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij.
Wat is REMI?
REMI is een online tool die op maat van ieder gezin vaststelt in welke mate het gezinsinkomen toereikend is om menswaardig te kunnen leven. Hiervoor vergelijkt de tool de gezinsinkomsten met de hoogte van de referentiebudgetten. Referentiebudgetten zijn geprijsde korven van goederen en diensten die op basis van wetenschappelijk onderzoek een antwoord geven op de vraag hoeveel inkomen een gezin minimaal nodig heeft om volwaardig aan de samenleving deel te nemen.
Via de REMI-tool kunnen OCMW-maatschappelijk werkers de referentiebudgetten, die worden ontwikkeld voor typegezinnen, aanpassen aan individuele behoefte- en leefsituaties. Wanneer het gezinsinkomen ontoereikend is, geeft de tool een negatief saldo. Daarnaast geeft REMI een gestructureerd overzicht van inkomsten en noodzakelijke uitgaven. Zo ondersteunt de tool maatschappelijk werkers en hun cliënten bij het zoeken naar effectieve wegen om de koopkracht van financieel behoeftige gezinnen structureel te verbeteren.
Waarom werken met REMI?
Noodzakelijke uitgaven zijn niet voor iedereen hetzelfde. Het is dan ook onmogelijk om 1 referentiebudget te gebruiken voor elke cliënt. Omdat de veelheid aan gezinstypes en individuele situaties in de praktijk niet altijd zo gemakkelijk hanteerbaar is, werd REMI ontwikkeld, dat maatschappelijk werkers toelaat om, aangepast aan de individuele cliëntsituatie, te komen tot een voorstel van een richtbudget dat een menswaardig leven kan garanderen. De referentiebudgetten werden op wetenschappelijke basis ontwikkeld en kunnen tegemoet komen aan de vraag om meer eenvormigheid te voorzien in beslissingen omtrent het verlenen van aanvullende steun.
Financieel:
Het OCMW ontving reeds vanaf 1 april tot en met eind februari 2024 reeds een REMI toelage.
Een tweede toelageperiode zal op 1 maart 2024 aanvangen en lopen tot 31 december 2024. Opnieuw maakt de federale regering een budget van 35 miljoen euro vrij (onder voorbehoud van de stemming van het budget in het Parlement) dat naar analogie met de eerste subsidieperiode onder de deelnemende OCMW’s zal worden verdeeld volgens de verdeelsleutel: 75% op basis van het aantal (equivalent) leefloongerechtigden en 25% op basis van het aantal gerechtigden op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming. Dit budget wordt voorzien om aanvullende financiële steun te financieren en de kosten van de licentie van de REMI-tool ten laste te nemen. Hierbij wordt verwezen naar het koninklijk besluit in bijlage. De kostprijs van de licentie wordt berekend op basis van het inwonersaantal en het aantal deelnemende besturen. Voor de Pinte wordt dit momenteel geraamd op € 2997.
De toelage dient te worden terugbetaald wanneer het OCMW geen gebruik heeft gemaakt van de REMI-tool om de behoefte aan bijstand voor de begunstigde te beoordelen of wanneer het toegekende bedrag, het door de REMI-tool geraamde bedrag overschrijdt.
Of er nadien nog een vervolg komt op de subsidiëring is momenteel niet te zeggen. Dit zal afhangen van het succes van het huidige project en of de volgende regering hiervoor een budget zal vrijmaken. De huidige financiering loopt tot eind 2024. Het is niet de bedoeling om het instrument verplicht te maken in de toekomst.
De REMI tool zorgt voor een meer uniforme manier van werken binnen de dienst en onder de verschillende OCMW's. De tool kan tevens gebruikt worden voor het financieel onderzoek voor het BCSD en zorgt voor een objectieve besluitvorming.
De toelage wordt toegekend aan de OCMW's om aanvullende financiële steun te verlenen aan de begunstigden aan de hand van het gebruik van de REMI-tool. De toekenning van de financiële steun gelinkt aan de REMI tool houdt ook in dat de begunstigde er zich toe verbindt een sociaal of professioneel activeringstraject te volgen.
Het deelnemende OCMW bepaalt, op basis van zijn sociaal onderzoek, het bedrag van deze aanvullende financiële steun dat nodig is om de begunstigde in staat te stellen te leven op een manier die een volwaardige deelname aan de samenleving mogelijk maakt, rekening houdend met gezins- en territoriale parameters.
Het bedrag van de aanvullende financiële steun wordt geraamd op basis van het gebruik van de REMI-tool en deze toelage is op individuele basis beperkt tot het door de REMI-tool geraamde bedrag per persoon.
De REMI-tool is een hulpmiddel om het bedrag van de toe te kennen financiële aanvullende steun te beoordelen; het door de tool bepaalde bedrag is niet bindend voor het OCMW.
Artikel 1.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het gebruik van de REMI tool verder goed tot 31 december 2024.
Artikel 2.
Het dossier voor het verkrijgen van de toelage wordt ingediend bij de POD MI voor 12 januari 2024.
Hierbij wordt de stand van zaken met betrekking tot woonzorgcentrum tijdens de raadszitting meegedeeld.
Enig artikel.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de stand van zaken met betrekking tot het woonzorgcentrum.
Er zijn geen mededelingen van de voorzitter.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de mondelinge vragen:
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Veerle Goethals
Algemeen directeur
Kathleen Ghyselinck
Wd. voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn