De voorzitter opent de zitting op 21/12/2021 om 20:00.
Naar aanleiding van de ontwikkelingen en de beslissingen van de federale overheid betreffende het coronavirus (Covid-19), werd op 19 november 2021 een burgemeesterbesluit opgemaakt waarbij beslist werd dat de gemeenteraad enkel nog digitaal zal plaatsvinden.
Wegens afwezigheid van de voorzitter tijdens de zitting van de raad, neemt de voorzitter van het BCSD, mevrouw Kathleen Ghyselinck het voorzitterschap van de raad waar, zoals bepaald in het besluit van de voorzitter van de raad van 27 november 2020 betreffende de vervanging van de voorzitter van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.
De zitting van de gemeenteraad werd geschorst na behandeling en beraadslaging van agendapunten 1 en 2. Tijdens de schorsing vond de raad voor maatschappelijk welzijn plaats voor de behandeling en beraadslaging van agendapunten 1 en 2. Na afhandeling van deze agendapunten werd de gemeenteraad terug geopend.
De notulen van de vorige vergadering worden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Enig artikel.
De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.
Het meerjarenplan wordt minstens 1 keer per jaar geactualiseerd, onder meer met een belangrijke inschrijving van het gecumuleerde budgettaire resultaat van de jaarrekening 2020, zoals wettelijk vereist, in het schema M2.
De meerjarenplanaanpassing is een gezamenlijk beleidsrapport voor gemeente en OCMW en bevat een (gewijzigde) strategische nota, aangepaste financiële nota, een toelichting en documentatie. Er is geen gemeentelijke bijdrage meer van de gemeente naar het OCMW.
Tijdens het jaar 2021 zijn er een aantal wijzigingen van de ramingen, als kredietverschuivingen gebeurd. Deze verschuivingen kaderen in het beheer van de kredieten en werden telkens ter kennisname op de raad gebracht. Dit zijn beheersdocumenten die geen impact kennen op de wettelijke schema's.
De verschillenanalyse in het rapport voor de meerjarenplanaanpassing baseert zich dan ook op de verschillen tussen de eerste meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (1.MJP2020-2025) en de tweede meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr.2 (2.MJP2020-2025).
Artikel 249 stelt dat de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een geïntegreerd geheel vormen:
In de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2:
De fractie Ruimte onthoudt zich omdat ze niet akkoord kan gaan met alle aanpassingen van het MJP 2020-2025. Bovendien vormt het meerjarenplan de basis voor het gevoerde en te voeren beleid, terwijl de fractie Ruimte op bepaalde punten een ander beleid wenst te voeren.
De fractie Open Vld onthoudt zich op deze meerjarenplanaanpassing omdat ze zich niet kunnen vinden in de keuzes die gemaakt worden qua beleid oa in het blijven verschuiven naar de toekomst van diverse investeringen.
Enig artikel.
De meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2 wijzigt de voorziene kredieten in 2021 en bevat de beginkredieten 2022.
De gemeenteraad stelt de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2 - deel gemeente vast.
Het meerjarenplan wordt minstens 1 keer per jaar geactualiseerd, onder meer met een belangrijke inschrijving van het gecumuleerde budgettaire resultaat van de jaarrekening 2020, zoals wettelijk vereist, in het schema M2.
De meerjarenplanaanpassing is een gezamenlijk beleidsrapport voor gemeente en OCMW en bevat een (gewijzigde) strategische nota, aangepaste financiële nota, een toelichting en documentatie. Er is geen gemeentelijke bijdrage meer van de gemeente naar het OCMW.
Tijdens het jaar 2021 zijn er een aantal wijzigingen van de ramingen, als kredietverschuivingen gebeurd. Deze verschuivingen kaderen in het beheer van de kredieten en werden telkens ter kennisname op de raad gebracht. Dit zijn beheersdocumenten die geen impact kennen op de wettelijke schema's.
De verschillenanalyse in het rapport voor de meerjarenplanaanpassing baseert zich dan ook op de verschillen tussen de eerste meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (1.MJP2020-2025) en de tweede meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr.2 (2.MJP2020-2025).
Artikel 249 stelt dat de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een geïntegreerd geheel vormen:
In de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2:
De fractie Ruimte onthoudt zich omdat ze niet akkoord kan gaan met alle aanpassingen van het MJP 2020-2025. Bovendien vormt het meerjarenplan de basis voor het gevoerde en te voeren beleid, terwijl de fractie Ruimte op bepaalde punten een ander beleid wenst te voeren.
De fractie Open Vld onthoudt zich op deze meerjarenplanaanpassing omdat ze zich niet kunnen vinden in de keuzes die gemaakt worden qua beleid oa in het blijven verschuiven naar de toekomst van diverse investeringen.
Enig artikel.
De meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2 wijzigt de voorziene kredieten in 2021 en bevat de beginkredieten 2022.
De gemeenteraad keurt de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr.2 - deel OCMW zoals vastgesteld door de raad van maatschappelijk welzijn op 21 december 2021 goed.
De rechtspositieregeling voor het gemeente- en OCMW-personeel moet aangepast worden. Het gaat om een juridische actualisatie op grond van hogere wetgeving, zoals de wijziging van de regeling van het bevallingsverlof en het geboorteverlof voor statutairen.
Het forfaitair gedeelte en de verhoging veranderlijk gedeelte voor VIA6-personeel voor de eindejaartoelage werden aangepast. Op basis van de toekomstige wetgeving werd er ook voorzien dat er een verhoging is van het veranderlijk gedeelte van de eindejaarstoelage voor alle personeel en een opheffing van de beperking van het bedrag en dit volgens het sectoraal akkoord van 9 juni 2021.
Op inhoudelijk vlak werden volgende zaken gewijzigd:
De rechtspositieregeling moet geactualiseerd worden in het kader van de hogere wetgeving rond geboorteverlof en de regeling rond het bevallingsverlof.
De lokale besturen kunnen sinds de goedkeuring van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 een fietslease aanbieden aan hun medewerkers. Het bestuur nam deel aan de procedure voor de fietsleasing via Veneco en de opdracht werd gegund aan Belfius Auto Lease NV/Cyclis Bike Lease NV.
Vooraleer men kan starten met het aanbieden van fietslease, moet elk lokaal bestuur de nadere regels bij het aanbieden van fietslease opnemen in de lokale rechtspositieregeling. Dit moet individueel per bestuur gebeuren. Er wordt voorgesteld de mogelijkheid te bieden aan de werknemers om de eindejaartoelage in te zetten voor de fietsmobiliteit.
Op inhoudelijk vlak werd de bepaling dat de schaalanciënniteit van een andere overheid kan meegenomen worden ingeschreven op voorwaarde dat deze relevant is. Het woord "gedeeltelijk" voor het toekennen van anciënniteit vanuit de privésector of als zelfstandige werd geschrapt. Het is immers zo dat het lokaal bestuur concurrentieel wil blijven ten opzichte van andere besturen en dat uit de benchmark blijkt dat andere besturen zowel de schaalanciënniteit uit een andere overheid meenemen en anciënniteit uit de privésector bij relevantie voor 100% toekennen.
Artikel 1.
De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het OCMW-personeel (artikel 186 § 2 1° en 2° decreet lokaal bestuur) van De Pinte, zoals gehecht in de bijlage, wordt vastgesteld voor wat betreft de bepalingen die betrekking hebben op het gemeentepersoneel.
Artikel 2.
Dit besluit en de inhoud ervan worden in uitvoering van artikel 286 van het decreet lokaal bestuur bekend gemaakt via de webtoepassing van de gemeente door de burgemeester.
Artikel 3.
In toepassing van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur wordt de toezichthoudende overheid op dezelfde dag van de bekendmaking op de hoogte gebracht door de burgemeester van de bekendmaking van dit besluit.
Artikel 4.
Deze rechtspositieregeling gaat in met ingang van heden met uitzondering van de bepalingen rond de anciënniteiten die vanaf 1 januari 2022 in werking treden.
Artikel 5.
De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en het OCMW-personeel (artikel 186 § 2 1° en 2° decreet lokaal bestuur), zoals vastgesteld in de gemeenteraad van 25 oktober 2021, en alle voorgaande beslissingen met betrekking tot het vaststellen van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en het OCMW-personeel (artikel 186 § 2 1° en 2° decreet lokaal bestuur) worden opgeheven met ingang vanaf heden.
De lokale besturen kunnen sinds de goedkeuring van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 een fietslease aanbieden aan hun medewerkers. Het bestuur nam deel aan de procedure voor de fietsleasing via Veneco en de opdracht werd gegund aan Belfius Auto Lease NV/Cyclis Bike Lease NV.
Vooraleer men kan starten met het aanbieden van de fietslease moet elk lokaal bestuur de nadere regels bij het aanbieden van fietslease opnemen in een fietspolicy, die als bijlage bij het arbeidsreglement moet opgenomen worden.
De fietspolicy werd op 26 november 2021 voorgelegd aan de vakorganisaties.
Besluit van de gemeenteraad van 31 augustus 2020 in verband met het vaststellen van het arbeidsreglement voor het gemeente- en OCMW-personeel (art.186 §1 en §2 , 1° en 2° DLB)
Artikel 1.
De fietspolicy, zoals gehecht in de bijlage, wordt als bijlage opgenomen bij het arbeidsreglement voor het gemeente- en OCMW-personeel (art.186 §1 en §2 , 1° en 2° DLB).
Artikel 2.
Deze bijlage wordt aan ieder personeelslid bezorgd en toegelicht en naar de Algemene directie toezicht op de Sociale inspectie gestuurd.
Artikel 3.
De bepalingen rond de fietspolicy treden in werking vanaf heden.
De gemeenten hebben conform de Vlaamse Codex Wonen van 2021 de regierol voor het woonbeleid op hun grondgebied. De gemeente zet dan ook maximaal in op de beleidsprioriteiten die opgenomen zijn in het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 met betrekking tot het lokaal woonbeleid:
De visie op betaalbaar wonen maakt dan ook deel uit van de eerste beleidsprioriteit 'zorgen voor een divers en betaalbaar woonaanbod'.
De fractie Ruimte onthoudt zich. Enerzijds is de fractie Ruimte van oordeel dat de ambitie van de gemeente verder moet reiken dan het bindend sociaal objectief. Anderzijds ontbreken concrete acties om een gedifferentieerd woonaanbod te realiseren.
Enig artikel.
De gemeenteraad keurt de visie op betaalbaar wonen, zoals in de bijlage gehecht, goed.
Op 26 november 2021 heeft Groep INTRO vzw, Charles Parentéstraat 6, 1070 Brussel, het ontwerp van de samenwerkingsovereenkomst inzake een verdere samenwerking voor de periode 2022 - 2025 voorgelegd.
Met deze overeenkomst geeft het lokaal bestuur De Pinte opdracht aan Groep INTRO vzw om als uitbater van het fietspunt in het station van De Pinte de pendelaars die de trein en de fiets combineren te voorzien van volgende dienstverlening:
Deze dienstverlening wordt aangeboden van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 in een minimum dienstenpakket van 70u verspreid over 33 werkweken.
De financiële bijdrage bedraagt 1.652,90 euro (excl. btw) of 2.000 euro (incl. 21% btw) per jaar.
Aan de hand van deze overeenkomst biedt Groep INTRO een dienstverlening aan de pendelaars van het station in De Pinte aan waarbij voorzien wordt in het verwijderen van zwerfvuil met als doel een propere stationsomgeving.
De fractie Ruimte keurt dit punt niet goed aangezien de voorbije twee jaren de dienstverlening werd afgebouwd en ook dit jaar opnieuw minder middelen ter beschikking worden gesteld.
De fractie Open Vld betreurt dat de dienstverlening zo gering is en gering blijft dit niettegenstaande het belang van het station en de stationsbuurt ook in het kader van mobiliteit en het Mobipunt. Om die reden zal de fractie Open Vld zich opnieuw onthouden.
Artikel 1.
Het bij dit besluit gevoegde en er integraal deel van uitmakende samenwerkingsconvenant tussen gemeente De Pinte en Groep INTRO vzw (0461.936.071) betreffende de exploitatie van het fietspunt wordt goedgekeurd. De samenwerking start op 1 januari 2022 en duurt tot en met 31 december 2025.
Artikel 2.
De financiële bijdrage bedraagt 1.652,90 euro (excl. btw) of 2.000 euro (incl. 21% btw) per jaar.
De dienst Vrije tijd heeft een stand van zaken opgemaakt van de gebruikte budgetten en gedane acties voor werkjaar 2020 en 2021 in het kader van het noodfonds ter financiële ondersteuning van de lokale besturen.
Om de lokale besturen te helpen de cultuur-, jeugd- en sportsector tijdens corona bij te staan, besliste de Vlaamse Regering om hen in 2020 eenmalig 87,3 miljoen euro ter beschikking te stellen. Het Vlaams Parlement heeft op 17 juni de decretale basis voor deze bijkomende financiering goedgekeurd en aan het gemeentebestuur van De Pinte werd een bedrag van 123.854,88 euro toegewezen. Dit Vlaamse noodfonds ter financiële ondersteuning van de lokale besturen is een algemene werkingssubsidie voor de lokale besturen. Dat betekent dat de besturen zelf kunnen bepalen op welke wijze, voor welke uitgaven en over welke periode zij die middelen op een zo effectief mogelijke wijze willen inzetten. Deze middelen werden als volgt verdeeld en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 november 2020:
De dienst Vrije tijd heeft een overzicht gemaakt van de acties uitgevoerd in 2020 en 2021 met de middelen uit het ontvangen noodfonds ter financiële ondersteuning van de lokale besturen. Tegen 30 juni 2022 maakt het lokaal bestuur een evaluatie en een voorstel tot eventuele herschikking van de besteding van deze middelen op.
Enig artikel.
De gemeenteraad neemt kennis van de stand van zaken van besteding van de middelen die aan het lokaal bestuur ter beschikking werden gesteld in het kader van het coronanoodfonds.
Dit reglement heeft tot doel verenigingen te stimuleren en te ondersteunen om in de periode 2021-2022 een aan corona aangepaste en alternatieve werking op te starten. De nadruk ligt hier op het ‘anders’ organiseren: kleinere groepen, grotere locaties, buitenactiviteiten … en het organiseren van ledenwervingsinitiatieven.
Er wordt een bedrag voorzien van 30.000 euro, komende uit Het Vlaams Noodfonds ter financiële ondersteuning van de lokale besturen naar aanleiding van de COVID-19-pandemie.
Het gemeentelijk subsidiereglement voor projecten in het kader van 'Relance COVID-19 Vrijetijdssector' wordt verlengd tot 30 juni 2022. Tegen dan maakt het lokaal bestuur een evaluatie van de besteding van deze middelen.
Artikel 1:
Het gemeentelijk subsidiereglement voor projecten in het kader van 'Relance COVID-19 Vrijetijdssector' wordt verlengd tot 30 juni 2022. Tegen dan maakt het lokaal bestuur een evaluatie van de besteding van deze middelen.
Artikel 2:
Het bestaande reglement wordt als volgt aangepast :
Dit reglement heeft tot doel verenigingen wiens voortbestaan door de coronacrisis op de helling komt te staan te ondersteunen met een noodsubsidie.
Er wordt een bedrag voorzien van 15.000 euro, komende uit Het Vlaams Noodfonds ter financiële ondersteuning van de lokale besturen naar aanleiding van de COVID-19-pandemie.
Het gemeentelijk subsidiereglement voor vrijetijdsverenigingen die als gevolg van de crisis COVID-19 noodlijdend zijn, wordt verlengd tot 30 juni 2022. Tegen dan maakt het lokaal bestuur een evaluatie van de besteding van deze middelen.
Artikel 1:
Het gemeentelijk subsidiereglement voor vrijetijdsverenigingen die als gevolg van de crisis COVID-19 noodlijdend zijn, wordt verlengd tot 30 juni 2022. Tegen dan maakt het lokaal bestuur een evaluatie van de besteding van deze middelen.
Artikel 2:
Het bestaande reglement wordt als volgt aangepast :
Onderstaand delegatiereglement betreft de vaststelling van het:
Budgethouderschap
Het college van burgemeester en schepenen treedt op als hoofdbudgethouder. De bevoegdheden vermeldt in de definitie dagelijks bestuur kunnen gedelegeerd worden naar de algemeen directeur, die verder kan delegeren naar andere personeelsleden.
De andere gedelegeerde bevoegdheden kunnen binnen de grenzen van het decreet lokaal over het bestuur (niet) verder gedelegeerd worden.
Uitgaven binnen beschikbare kredieten
Artikel 265 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat een verbintenis alleen mag worden aangegaan als de financiële gevolgen ervan tijdens de periode van het meerjarenplan passen binnen de ramingen van het meerjarenplan en als de financiële gevolgen voor het lopende boekjaar passen binnen de limitatieve kredieten voor dat boekjaar in het meerjarenplan.
Als het lokaal bestuur nog niet over uitvoerbare kredieten beschikt voor het lopende boekjaar, is het aangaan of het wijzigen van verbintenissen onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring door de raad. Het lokaal bestuur kan dan alleen verbintenissen aangaan of wijzigen die behoren tot de exploitatie en die verband houden met de courante werking en de bestaande dienstverlening.
De beoordeling van beschikbare kredieten gebeurt op basis van het schema M3 van de meerjarenplanning.
Het uitvoeringsbesluit over BBC bepaalt dat de kredieten limitatief zijn op het niveau van het totaal van de:
De kredietbewaking mag zelf vorm gegeven worden in de financiële (controle)processen die zich situeren binnen onze organisatieontwikkeling. Ook het beschikbaar stellen van provisies voor personeelsleden wordt daarin opgenomen.
Definitie dagelijks bestuur
Definitie dagelijks bestuur slaat op handelingen die betrekking op de regeling van de behoeften van het dagelijks leven, de zaken van gering belang en de zaken die naar snelheid van optreden een dringend karakter vertonen.
Beheersdaden kunnen met/zonder financiële impact, wel of niet administratief van aard zijn, die gesteld worden voor het algemeen onderhoud, in stand houden van gebouwen, nemen van beschermende maatregelen ter vrijwaring van gemeentelijke eigendommen, … .
Daden van beheer
Artikel 56, §3,1° van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen van gemeente De Pinte.
Daden van beschikking
Artikel 56, §3,8° van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het stellen van daden van beschikking over roerende goederen, met uitzondering van het aangaan van dadingen.
Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat de raad de daden van beschikking over onroerende goederen niet kan toevertrouwen aan het college met uitzondering van:
Samenwerkingsovereenkomsten
Artikel 41, 5° stelt dat het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten zoals vermeld in artikel 196 (Gemeente, OCMW), artikel 234 (gemeente, AGB), artikel 249 (gemeente, gemeentelijke vennootschap) niet kan toevertrouwd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
Overheidsopdrachten
Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten toebehoort aan de raad, tenzij de opdracht past binnen het begrip dagelijks bestuur of nominatief toevertrouwd werd aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 56 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten toebehoort het college van burgemeester en schepenen.
In beide gevallen is een verdere delegatie naar algemeen directeur, personeelsleden gemeente mogelijk.
De rollen en processen om overheidsopdrachten aan te gaan werden geactualiseerd. De rol van de deskundige aankoop en gebouwen (aangeworven voorjaar 2021) staat centraal.
De verdere operationele werking wordt in financiële (controle)processen (ifv de organisatieontwikkeling) opgenomen.
Artikel 4 uit het vorige besluit dagelijks bestuur dd. 14 december 2020:
Delegatie
In het decreet over het lokaal bestuur worden niet alle bevoegdheden exclusief toegewezen aan de raad. Deze kunnen gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
Financiering
Sinds 30 juni 2017 is de overheidsopdrachtenwetgeving niet van toepassing voor het aangaan van leningen. Maar in kader van behoorlijk bestuur is een marktbevraging (gelijkheidsbeginsel, vrije markteconomie, mededinging) aan de orde.
De bevoegdheid over het aangaan van leningen wordt niet geregeld in het Decreet over het lokaal bestuur. Voor onderwerpen waarvoor de bevoegdheid decretaal niet is vastgelegd geldt dat de raad bevoegd is. De raad kan deze bevoegdheid delegeren aan het college op grond van artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het daadwerkelijk opnemen van de middelen uit de financieringsovereenkomst is bevoegdheid van de financieel directeur, deze bevoegdheid kadert in zijn taak aangaande het liquiditeitenbeheer.
Beleggingen
De bevoegdheid over het beleggen van kapitalen voor langer dan 1 jaar wordt niet geregeld in het Decreet over het lokaal bestuur. Voor onderwerpen waarvoor de bevoegdheid decretaal niet is vastgelegd geldt dat de raad bevoegd is. De raad kan deze bevoegdheid delegeren aan het college op grond van artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur.
Vaststellen retributies
Artikel 41 van het decreet lokaal over het bestuur stelt dat het vaststellen van retributies voorbehouden bevoegdheid is van de raad.
De raad beslist over de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.
Het tarief zelf en de bepaling van de wijze van inning kunnen aan het college van burgemeester en schepenen gedelegeerd worden.
Hierdoor kan op een vlotte manier ingespeeld worden op veranderende omstandigheden, bv. prijsaanpassingen.
Algemeen personeelsbeheer
Artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat onderstaande bevoegdheden geen exclusieve bevoegdheid van de raad zijn en deze kan delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.
Dagelijks personeelsbeheer
Artikel 41 en 57 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat het vaststellen van het dagelijks personeelsbeheer geen exclusieve bevoegdheid van de raad.
Voor onderwerpen waarvoor de bevoegdheid decretaal niet is vastgelegd geldt dat de raad bevoegd is. De raad kan deze bevoegdheid delegeren aan het college op grond van artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het vaststellen van het begrip dagelijks personeelsbeheer is van belang om de bevoegdheid van de algemeen directeur over personeelsbeheer vast te kunnen leggen.
Dit begrip is ingevuld in het besluit van de raad op 30 september 2019, dit besluit en haar latere wijzigingen blijven van kracht.
Visum
Artikel 266 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat de financieel directeur de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen zijn aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.
De Vlaamse Regering stelde de categorieën van verrichtingen vast die niet kunnen worden uitgesloten van de visumverplichting. Het gaat om volgende verrichtingen:
Het besluit van de raad van 17 december 2018 waarbij "Vrijgestelde verrichtingen visumverplichting" bleef onveranderd, maar werd om het de leesbaarheid van het geheel te vergroten geïncorporeerd in dit besluit.
Rapportering
Jaarlijks zal er over bovenstaande elementen gerapporteerd worden.
en hun latere wijzigingen
Positief advies van het MAT van 18 november 2021.
De huidige definitie dagelijks bestuur bleef jaren inhoudelijk onveranderd. De definitie dagelijks bestuur, en daaraan gekoppeld de delegaties van de raad naar het college van burgemeester en schepenen, waren aan een actualisatie toe. Het bestuur wenst immers op efficiënte manier te werken en in geval van veranderende regelgeving of maatschappelijke omstandigheden kort op de bal te kunnen spelen. Dit delegatiereglement, waarin de definitie dagelijks bestuur, de delegaties en de visumvrijstelling zijn opgenomen, heeft als doel die visie en werkwijze te faciliteren.
De fractie Ruimte kan dit punt niet goedkeuren omdat dit delegatiereglement een te grote inperking van de bevoegdheden van de gemeenteraad en de gemeenteraadsleden vormt. Een inhoudelijk debat omtrent de tarieven van de retributiereglementen, de samenwerkingsakkoorden en de bestekken van de overheidsopdrachten wordt onmogelijk gemaakt volgens de fractie.
De fractie Open Vld kan dit punt niet goedkeuren omdat het klopt dat een bestuur moet kunnen besturen, maar het moet realistisch blijven. Samenwerkingsovereenkomsten, retributiereglementen, … alles wordt geschoven weg van de gemeenteraad waardoor er geen debat meer mogelijk is. Wat de overheidsopdrachten betreft, het bedrag van 250.000 euro excl BTW is – voor een gemeente als De Pinte – veel te hoog. Zeker wanneer kan gespeeld worden met nominatieve en gefaseerde investeringen. De gemeenteraad wordt hierdoor compleet uitgeschakeld en krijgt geen inspraak meer in belangrijke dossiers. Dit kan en mag niet de bedoeling zijn volgens de fractie.
Artikel 1.
Besluit van de gemeenteraad van 14 december 2020 waarbij "Definiëren begrip dagelijks bestuur, nominatief bevoegd orgaan vaststellen voor het vaststellen van plaatsingsprocedure en voorwaarden op overheidsopdrachten" wordt opgeheven op 31 december 2021.
Artikel 2.
Besluit van de gemeenteraad van 17 december 2018 waarbij "Vrijgestelde verrichtingen visumverplichting" wordt opgeheven op 31 december 2021.
Artikel 3.
De gemeenteraad stelt het delegatiereglement en verrichtingen die uitgesloten zijn van visumverplichting vast, zoals in bijlage terug te vinden, vast.
Artikel 4.
Dit reglement wordt bekend gemaakt overeenkomstig het decreet over het lokaal bestuur.
Op 21 december 2021 werd de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2 vastgesteld. Het cijfermateriaal van de nominatieve subsidies is hierin opgenomen.
Het artikel 41 23° van het decreet lokaal bestuur stipuleert: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd worden: het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
De toegestane werkingssubsidies werden, op aanbeveling van ABB, in 4 categorieën onderverdeeld:
Door deze opdeling worden de werkingssubsidies, gelinkt aan een samenwerkingsovereenkomst, niet meer vermeld op de lijst van de nominatieve subsidies.
De samenwerkingsovereenkomsten vanuit de wet op de overheidsopdrachten worden nu geboekt onder goederen en diensten onder MAR616.
De samenwerkingsovereenkomsten beslist door de raad, blijven verwerkt als toegestane werkingssubsidie onder MAR649.
Artikel 1.
Het reglement toekennen nominatieve subsidies 2021 - versie GR20201214 wordt opgeheven vanaf heden.
Artikel 2.
De gemeenteraad kent de gewijzigde nominatieve subsidies 2021 toe volgens het document GR20211221, zoals gehecht in bijlage.
Artikel 2.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nominatieve subsidies toe te kennen binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in de bijlage.
Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een subsidieaanvraag.
Een subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is.
Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorbehoud dat het uitvoeren van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie (deels) kan teruggevorderd worden wanneer de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking van de begunstigde, aanvrager.
Op 21 december 2021 werd de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2 vastgesteld. Het cijfermateriaal van de nominatieve subsidies is hierin opgenomen.
Het artikel 41 23° van het decreet lokaal bestuur stipuleert: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd worden: het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
De toegestane werkingssubsidies werden, op aanbeveling van ABB, in 4 categorieën onderverdeeld:
Door deze opdeling worden de werkingssubsidies, gelinkt aan een samenwerkingsovereenkomst, niet meer vermeld op de lijst van de nominatieve subsidies.
De samenwerkingsovereenkomsten vanuit de wet op de overheidsopdrachten worden nu geboekt onder goederen en diensten onder MAR616.
De samenwerkingsovereenkomsten beslist door de raad, blijven verwerkt als toegestane werkingssubsidie onder MAR649.
Artikel 1.
De gemeenteraad kent de nominatieve subsidies 2022 toe volgens het document GR20211221, zoals gehecht in bijlage.
Artikel 2.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nominatieve subsidies toe te kennen binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in de bijlage.
Een nominatieve subsidie wordt uitgevoerd op basis van een subsidieaanvraag.
Een subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is.
Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorbehoud dat het uitvoeren van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie (deels) kan teruggevorderd worden wanneer de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking van de begunstigde, aanvrager.
De lokale politie wordt niet uitsluitend gefinancierd met federale dotaties. De gemeentebesturen moeten de financiële middelen van de zones van de lokale politie aanvullen met een gemeentelijke dotatie.
De gemeentelijke dotatie moet minimaal volstaan om de zone waar de gemeente deel van uitmaakt over voldoende middelen te laten beschikken zodat alle uitgaven kunnen worden gedekt die voortkomen uit de vervulling van haar wettelijk verplichte opdrachten.
In de zitting van 25 november 2021 werd de politiebegrotingswijziging 2021/3 goedgekeurd.
De gemeenteraad stelt de gewijzigde dotatie uit budgetwijziging 2021/3 vast.
In begrotingswijzing 2021/3 daalt de dotatie gewone dienst van 1 027 281 euro naar 794 442,67 euro, door het teruggeven van het overschot uit de rekening 2020. De dotatie buitengewone dienst blijft onveranderd.
De dotatie werd conform de verdeelsleutel van 21,62% voor 2021 berekend:
De gevraagde werkingstoelage en investeringstoelage past in de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2.
Artikel 1.
De gemeenteraad stelt de gewijzigde dotatie 2021 voor de politiezone Schelde-Leie vast op 794 442,67 euro voor de gewone politiebegroting en op 44 969,60 euro voor de buitengewone politiebegroting.
Artikel 2.
Een afschrift van onderhavige beraadslagingen zal worden overgemaakt aan de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen en aan de voorzitter van het politiecollege.
De lokale politie wordt niet uitsluitend gefinancierd met federale dotaties. De gemeentebesturen moeten de financiële middelen van de zones van de lokale politie aanvullen met een gemeentelijke dotatie.
De gemeentelijke dotatie moet minimaal volstaan om de zone waar de gemeente deel van uitmaakt over voldoende middelen te laten beschikken zodat alle uitgaven kunnen worden gedekt die voortkomen uit de vervulling van haar wettelijk verplichte opdrachten.
In de politieraad van 25 november 2021 werd de politiebegroting 2022 goedgekeurd.
De gemeenteraad stelt dotatie 2022 vast.
De gevraagde dotatie werd conform de verdeelsleutel van 21,62% voor 2022 berekend en bedraagt 1 072 250,60 euro:
De gevraagde werkingstoelage en investeringstoelage past in de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 nr. 2.
Artikel 1.
De gemeenteraad stelt de dotatie 2022 voor de politiezone Schelde-Leie vast op 1 110 320 euro voor de gewone politiebegroting en op 178 246,09 euro voor de buitengewone politiebegroting.
Artikel 2.
Een afschrift van onderhavige beraadslagingen zal worden overgemaakt aan de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen en aan de voorzitter van het politiecollege.
De jaarrekening is een gezamenlijk beleidsrapport voor gemeente en OCMW en werd door de beide raden vastgesteld op 31 mei 2021.
De toezichthoudende overheid bezorgde ons op 12 november 2021 het goedkeuringsbesluit over de jaarrekening 2020.
De jaarrekening 2020 werd vastgesteld met de volgende saldi:
Enig artikel.
Het goedkeuringsbesluit van de gouverneur over de jaarrekening 2020 wordt ter kennis genomen.
In februari 2020 startte via de Intergemeentelijke opdrachthoudende vereniging voor huisvuilverwerking Meetjesland – IVM een sensibiliserend asbestproject inzake de ophaling van asbestplaten op afroep aan huis.
Dit project werd goedgekeurd door de OVAM en kan nu verlengd worden tot 31 maart 2023. De bronophaling bij particulieren kan dus op dezelfde manier worden verdergezet: 30 euro per pakket.
Het IVM project kende ook een luik 'ophaling bij landbouwbedrijven door middel van containers'. Gezien het recent afgesloten protocol tussen de Vlaamse Regering en de landbouwsector kunnen landbouwbedrijven voortaan kosteloos asbestplaten laten ophalen via een aangeduide firma. Daarom dient het gemeentelijk retributiereglement niet te worden verlengd gezien landbouwers dit voortaan gratis kunnen laten ophalen.
Het IVM project wordt uitgebreid naar andere doelgroepen: KMO's, jeugd- en sportverenigingen en lokale besturen die beschikken over kleine asbestdaken. Vanaf januari 2022 kunnen deze 2 containers bestellen tegen betaling van 170 euro per stuk.
Artikel 1.
Met ingang van 1 januari 2022 wordt een retributie geheven op de afgifte van asbestkits voor ophaling van asbestplaten/leien aan huis op afroep door particulieren.
Per adres (perceel moet op grondgebied De Pinte liggen) kunnen er maximum 2 zakken worden aangevraagd bij het lokaal bestuur.
Artikel 2.
Met ingang van 1 januari 2022 wordt een retributie geheven op de aanvraag tot het plaatsen van een asbestcontainer (inclusief 2 PBM-kits) door KMO's, jeugd- en sportverenigingen en het lokaal bestuur.
Per adres (perceel moet op grondgebied De Pinte liggen) kunnen er maximum 2 containers worden aangevraagd bij het lokaal bestuur.
Artikel 3.
De retributie is verschuldigd door diegene die de asbestkit aankoopt. Aan de retributieplichtige wordt een verzoek tot betaling verzonden. Het verschuldigde bedrag wordt betaald binnen dertig dagen vanaf verzending van de betaalbrief.
Artikel 4.
Artikel 5.
Bij gebrek aan betaling in der minne wordt de ontvangst (retributie, andere kosten, …) ingevorderd conform het besluit van de gemeenteraad van 29 april 2019 betreffende retributiereglement voor het innen van fiscale en niet-fiscale vorderingen en haar latere wijzigingen.
Artikel 6.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd met de praktische organisatie voor de invoering van de retributies.
Artikel 7.
Dit retributiereglement treedt in werking op 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2023.
Artikel 8.
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig het decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 9.
Afschrift van onderhavige beraadslaging zal ter kennisgeving worden toegestuurd aan de IVM.
De coronacrisis en de genomen maatregelen hebben een ernstige impact op onze samenleving. Het lokaal bestuur heeft dan ook de intentie om te bekijken hoe de burgers, verenigingen, zelfstandigen ... hierin ondersteund kunnen worden.
Hierbij wordt de stand van zaken met betrekking tot de coronacrisis en -maatregelen in de gemeente tijdens de raadszitting meegedeeld.
Enig artikel.
De gemeenteraad neemt kennis van de stand van zaken met betrekking tot de coronacrisis en -maatregelen in de gemeente De Pinte.
De wnd. voorzitter deelt mee dat de eerstvolgende raad zal plaatsvinden op 31 januari 2022.
De data van de volgende raden zullen zo vlug mogelijk worden doorgemaild.
Enig artikel.
De gemeenteraad neemt kennis van de mededelingen van de wnd. voorzitter.
Op de vraag van de voorzitter wie van de raadsleden een mondelinge vraag wil stellen, wordt genoteerd:
Raadslid Gomes: één vraag
Raadslid Vanbiervliet: één vraag
Raadslid Claeys: twee vragen
Raadslid Quintyn: één vraag
Raadslid Dejonghe: één vraag
Raadslid Van Den Abbeele: één vraag
Raadslid Van de Velde: één vraag
De voorzitter geeft het woord aan deze raadsleden.
2021/EG/21 Raadslid Gomes vraagt of de gemeente er al over nagedacht heeft om te werken met lokfietsen.
Er wordt geantwoord dat er nog niet over nagedacht is, maar dat het bestuur dit wel wil doen. Het is niet alleen een zaak van de gemeente, maar ook een zaak van de politie.
2021/WV/13 Raadslid Vanbiervliet verwijst naar een infovergadering over de heraanleg van de voetpaden in de Kleine Landeigendom enige tijd terug en vraagt of het dossier omtrent ontharding en de verkeersafwikkeling die zal veranderen nog op de mobiliteitsraad of gemeenteraad komt en of er nog een openbaar onderzoek hierover zal plaatsvinden.
Er wordt geantwoord dat dit wel op de mobiliteitsraad is geweest en dat er geen opmerkingen werden op gemaakt. Er wordt nog opgezocht in welke raad dit was. Er wordt nagekeken of dit al dan niet nog op de gemeenteraad moet komen.
2021/HC/6 Raadslid Claeys verwijst naar het feit dat een bezoeker van het WZC al geruime tijd een formulier moet invullen, maar sedert kort nu ook het Covid Safe ticket moet tonen, maar dat er door nijpend personeelsgebrek er niet altijd permanent personeel kan ingezet worden en vraagt of er vrijwilligers ingezet kunnen worden. Nu wordt dit niet systematisch gecontroleerd.
Er wordt geantwoord dat dit klopt en dat er constant iemand aanwezig zou moeten zijn. Het probleem is dat er in het WZC niet met afgebakende bezoekuren wordt gewerkt want het WZC is in feite een open huis en dan is het onmogelijk iemand constant aan de ingang te laten plaatsnemen. De problematiek is gekend. Het is nog zoeken naar een oplossing.
2021/HC/7 Raadslid Claeys verwijst naar het infomoment omtrent RUP Scheldedorp en de manier waarop er op de binnengekomen vragen werd geantwoord.
Er wordt geantwoord dat het initieel de bedoeling was om het infomoment in de Veldblomme te laten plaatsvinden maar dat dit door corona niet aangewezen was. Idealiter konden de vragen dan direct mondeling beantwoord worden want het is zo dat er digitaal wat minder interactie is. De vooraf gestelde vragen werden nu zoveel mogelijk verwerkt in de presentatie. Er waren heel veel vragen die sowieso al aan bod kwamen in de presentatie. Vragen die dan nog niet beantwoord werden, hebben we mondeling meegenomen of in de slides. Als er vragen zouden zijn, die niet echt beantwoord zouden zijn, zijn dat eerder vragen die totaal niets met het RUP te maken hebben. Het klopt dat er na de uiteenzetting direct online geen vraagstelling mogelijk was omdat het technisch niet mogelijk is om vragen te stellen bij een livestream met een groot aantal deelnemers. Het voordeel is wel dat de uiteenzetting nog altijd te herbeluisteren is.
2021/IQ/9 Raadslid Quintyn heeft vastgesteld dat de cafetaria in het OCP opnieuw gesloten is. Ze vraagt wat de gemeente zal doen om de cafetaria terug open te laten gaan.
Er wordt geantwoord dat er volgende week overleg is met de uitbater van de cafetaria. De schepen is er niet van op de hoogte dat ze gesloten zijn. Het is de bedoeling dat de cafetaria open is op het moment dat er activiteiten zijn. Het klopt wel dat de vereniging iemand anders zoekt om mee samen te werken om de cafetaria open te houden.
2021/TD/3 Raadslid Dejonghe vraagt naar de mogelijkheid die bestaat voor ondernemingen en de openbare sector om vanaf 1 augustus tot 31 december 2021 een eenmalige coronapremie in de vorm van consumptiecheques te geven. Is dit gebeurd?
Er wordt geantwoord dat er in april 2020 2 premies (thuiswerkpremie en aanmoedigingspremie) op de raden werden goedgekeurd. Nu wordt er gekeken naar een alternatief gelinkt aan het verplichte telewerk. Het bestuur wil gelijkheid voor het personeel (voor zij die niet telewerken en voor zij die naar de werkvloer komen). Dit wordt nu verder bekeken. Er is niet ingetekend op de federale consumptiecheque.
2021/MVDA/14 Raadslid Van Den Abbeele verwijst naar het feit dat het gemeentebestuur regelmatig vacatures op de website en social media post. De laatste vacatures zijn echter niet terug te vinden op de website van Poolstok en VVSG. Komt dit omdat dit enkel van toepassing is voor vacatures van specifieke functies (beleidsfuncties of functies van A-niveau)? Daarnaast wordt de opmerking gemaakt dat je niet gemakkelijk gericht kan zoeken naar vacatures op de website van onze eigen organisatie.
Er wordt geantwoord dat er minstens in 1 papieren drager moet gepubliceerd worden als lokaal bestuur en ook in een verplichte betalende publieke drager. Daarnaast maakt het bestuur de keuze welke de meest geschikte kanalen zijn, geadviseerd door Poolstok, en dit naargelang de functie en naargelang het budget. De opmerking omtrent de eigen website is terecht en is doorgegeven aan de dienst maar het is niet zo eenvoudig door de configuratie van de website.
2021/EVDV/2 Raadslid Van de Velde vraagt naar de stand van zaken van de belichting in de tunnel in de Groenstraat.
Er wordt geantwoord dat dit op het laatste overleg met Fluvius besproken werd en dat dit klaar zou zijn om uitgevoerd te worden in een van de komende maanden.
Enig artikel.
De gemeenteraad neemt kennis van de mondelinge vragen en antwoorden.
Namens Gemeenteraad,
Veerle Goethals
Algemeen directeur
Kathleen Ghyselinck
Wd. voorzitter gemeenteraad