De voorzitter opent de zitting op 30/08/2021 om 21:23.
Naar aanleiding van de ontwikkelingen en de beslissingen van de federale overheid betreffende het coronavirus (Covid-19), is op 26 oktober 2020 een burgemeesterbesluit opgemaakt waarbij beslist werd dat de raad voor maatschappelijk welzijn enkel nog digitaal zal plaatsvinden.
De notulen van de vorige vergadering worden ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Enig artikel.
De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.
Op 17 juni 2021 nam de Kamer de wet tot uitbreiding van rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof aan. De wet werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 juli 2021 en trad in werking op 25 juli 2021. De wet is van toepassing op de contractuele personeelsleden bij de lokale en provinciale besturen.
De Vlaamse Regering werkt momenteel aan een parallelle regeling voor de statutaire personeelsleden van de lokale en provinciale besturen in de vorm van een besluit van de Vlaamse Regering. Het regelgevende traject neemt enige tijd in beslag en wordt vermoedelijk afgerond tegen eind 2021.
Vanaf dat de wet tot uitbreiding van het rouwverlof in het Belgisch Staatsblad verscheen, is er een tijdelijk verschil ontstaan tussen de contractuele en de statutaire personeelsleden van de lokale besturen voor het rouwverlof. De wet is immers rechtstreeks van toepassing op de contractuele personeelsleden.
Om dat verschil te overbruggen kunnen de besturen, in afwachting van de definitieve goedkeuring van het nieuwe besluit van de Vlaamse rRgering, in de tussentijd dienstvrijstelling verlenen aan de statutaire personeelsleden.
Het is aangewezen het tijdelijke verschil tussen contractuele en vastbenoemde personeelsleden voor de opname van het rouwverlof en de flexibilisering van de opname hiervan te overbruggen door een dienstvrijstelling toe te staan aan de vastbenoemde personeelsleden en dit in afwachting van het Besluit van de Vlaamse Regering.
Artikel 1.
Bij overlijden van de samenwonende partner of kind van het statutaire personeelslid of van de samenwonende partner krijgt een statutair personeelslid 6 werkdagen dienstvrijstelling, die de verantwoordelijke voor het dagelijkse personeelsbeheer toekent na opname van de huidige 4 werkdagen omstandigheidsverlof.
Artikel 2.
Bij overlijden van een pleegkind van het statutaire personeelslid of van de samenwonende partner in geval van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden krijgt een statutair personeelslid 10 werkdagen dienstvrijstelling.
Artikel 3.
Bij overlijden van een pleegkind van het statutaire personeelslid of van de samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden krijgt een statutair personeelslid 1 werkdag dienstvrijstelling.
Artikel 4.
Bij overlijden van een pleegvader of pleegmoeder van het statutaire personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden krijgt een statutair personeelslid 4 werkdagen dienstvrijstelling. Bij overlijden van een pleegvader of pleegmoeder van het contractuele personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden krijgt deze 1 werkdag dienstvrijstelling.
Artikel 5.
Deze regeling van dienstvrijstelling komt te vervallen zodra het geplande besluit van de Vlaamse Regering in werking treedt.
Er zijn geen mededelingen.
Op de vraag van de voorzitter wie van de raadsleden een mondelinge vraag wil stellen, wordt genoteerd:
Raadslid Claeys: één vraag
De voorzitter geeft het woord aan dit raadslid.
2021/HC/1 Raadslid Claeys uit de bezorgdheid namens de fractie Ruimte omtrent het woonzorgcentrum. Ze ontvangen signalen dat de kwaliteit en de zorg daalt. Ze vraagt om de commissie zorg bijeen te roepen om de stand van zaken in het woonzorgcentrum te bespreken.
Er wordt geantwoord dat van zodra de situatie het toelaat, er een commissie zorg samen geroepen zal worden. Op vlak van personeel werd er een hoofdverpleegkundige en directeur aangesteld en ook de andere vacante functies worden ingevuld. Men is volop aan de slag om voor de nodige stabiliteit te zorgen.
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Veerle Goethals
Algemeen directeur
Vincent Van Peteghem
Voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn