Terug
Gepubliceerd op 16/11/2023

Besluit  Raad voor maatschappelijk welzijn

ma 06/11/2023 - 21:30

Reglement voor het innen van niet-fiscale schuldvordering - wijziging

Aanwezig: Vincent Van Peteghem, Voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn
Lieve Van Lancker, Wd. voorzitter van het vast bureau
Willem Rombaut, Kristof Agache, Ann Vandenbussche, Benedikte Demunck, Leden van het vast bureau
Kathleen Ghyselinck, Voorzitter BCSD
Wim Vanbiervliet, Hilde Claeys, Antoine Van Nieuwenhuyze, Trudo Dejonghe, Lutgard Vermeyen, Christel Verleyen, Erik Van de Velde, Marthe Van Den Abbeele, Evelyne Gomes, Hannes Eechaute, Bert Seynhaeve, Marian De Bie, Raadsleden
Veerle Goethals, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Leen Gryffroy, Ina Quintyn, Raadsleden
Feiten en context

In kader van debiteurenbeheer werd op 29 april 2019 het reglement voor het innen van niet-fiscale schuldvordering goedgekeurd.

Dit reglement specificeert dat:

  • de eerste aanmaning kosteloos is
  • bij de tweede aanmaning 6,5 euro kosten aangerekend wordt voor de aangetekende zending
  • voor de aangetekende infobrief en dwangbevel 6,5 euro kosten voor de aangetekende zending en 30 euro als administratiekosten aangerekend wordt.

 

Op 1 september trad het boek XIX "schulden van de consument" in het Wetboek economisch recht in werking. De bepalingen in dit boek beogen een hoog beschermingsniveau te bieden aan de consument wanneer hij zich in een situatie van betalingsachterstand bevindt.

 

Boek XIX is van toepassing wanneer een lokale overheid zich gedraagt als een onderneming, voor wat betreft hun activiteiten die geen deel uitmaken van hun wettelijke opdracht van algemeen belang.
Voor lokale besturen zullen deze nieuwe regels van toepassing zijn op retributies en niet voor fiscale ontvangsten.

 

Dit hoofdstuk negentien legt op

  • dat de eerste aanmaning kosteloos moet zijn
  • voor elke tweede en bijkomende herinnering mag maximaal 7,5 euro in rekening worden gebracht, bovenop de portkosten.
    Hierna krijgt de schuldenaar verplicht 14 kalenderdagen om zijn schuld af te lossen.
  • Na het verstrijken van deze 14 kalenderdagen mag een schadevergoeding gevraagd worden - maar deze wordt maximaal beperkt tot:
    •  20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is;
    •  30 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is;
    •  65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.

 

Voor het aanrekenen van kosten (verzendingskosten, administratiekosten) maken wij in ons reglement voor het innen van niet-fiscale schuldvorderingen geen onderscheid. Met deze aanpassing wordt ons huidig reglement gewijzigd met de bepalingen uit het Wetboek van economisch recht en zullen deze verder toegepast worden op onze niet-fiscale ontvangsten.

Hogere regelgeving
  • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 77 derde lid
  • Boek XIX WER
Vorige beslissingen
  • Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 april 2019 betreffende reglement voor het innen van niet-fiscale schuldvordering.
Publieke stemming
Aanwezig: Vincent Van Peteghem, Lieve Van Lancker, Willem Rombaut, Kristof Agache, Ann Vandenbussche, Benedikte Demunck, Kathleen Ghyselinck, Wim Vanbiervliet, Hilde Claeys, Antoine Van Nieuwenhuyze, Trudo Dejonghe, Lutgard Vermeyen, Christel Verleyen, Erik Van de Velde, Marthe Van Den Abbeele, Evelyne Gomes, Hannes Eechaute, Bert Seynhaeve, Marian De Bie, Veerle Goethals
Voorstanders: Vincent Van Peteghem, Lieve Van Lancker, Willem Rombaut, Kristof Agache, Ann Vandenbussche, Benedikte Demunck, Kathleen Ghyselinck, Wim Vanbiervliet, Hilde Claeys, Antoine Van Nieuwenhuyze, Trudo Dejonghe, Lutgard Vermeyen, Christel Verleyen, Erik Van de Velde, Marthe Van Den Abbeele, Evelyne Gomes, Hannes Eechaute, Bert Seynhaeve, Marian De Bie
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Enig artikel.


De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de wijziging van volgende artikels in het reglement voor het innen van niet-fiscale schuldvordering van 29 april 2019 goed:

 

Artikel 1

Er wordt een tarief geheven voor de innings-en aanmaningskosten van openstaande niet-fiscale schuldvordering met ingang vanaf 15 mei 2019.


Artikel 2 - 3e & 4e lid

na deze tweede betalingstermijn (14 kalenderdagen + 3 werkdagen na verzending eerste aanmaning) wordt een tweede en aangetekende aanmaning verstuurd, met overname factuurlijnen van het originele verzoekschrift en met een aanrekening van een schadebeding en de kosten voor de aangetekende zending waarbij de debiteur een laatste termijn van 7 dagen wordt gegeven om de openstaande schuld te vereffenen;

 

in de volgende fase kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen bij gerechtsdeurwaardersexploot.

De openstaande debiteur wordt met een aangetekend schrijven ingelicht dat een dwangbevel binnen de 14 dagen in uitvoering zal gebracht worden, waarbij een schadebeding en de kost voor de aangetekende zending worden aangerekend.

Gezien de beginselen van behoorlijk bestuur wordt aan debiteuren van niet-fiscale schuldvordering, bij het verzenden van deze laatste aangetekende aanmaning melding gegeven dat een dwangbevel zal worden overgemaakt bij gerechtsdeurwaardersexploot ingeval het totaal verschuldigd saldo niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn of de schuldvordering niet redelijk en gegrond wordt betwist.

 

Artikel 3.

De kosten worden betaald door diegene die laattijdig de verschuldigde niet-fiscale schuldvorderingen betalen.

De tarieven voor elke openstaande schuldvordering:

  • de eerste aanmaning: gratis voor het opmaken en verzenden
  • de tweede aanmaning: de maximale vergoeding volgens artikel XIX.2 § 2 van het WER.

De tarieven voor het totaal verschuldigd saldo:

  • de opmaak van het dwangbevel: een forfaitaire vergoeding zonder de vermeerdering wordt aangerekend op het verschuldigd saldo conform artikel XIX.4, eerste lid, 2° van het WER.

De wettelijke nalatigheidsintrest wordt aangerekend volgens de termijn bepaald in artikel XIX.2 §4 van het WER.

 

Artikel 4.

Vrijstellingen voor het toepassen van de tarieven op de :

  • openstaande schuldvorderingen in kader van sociale dienstverlening